by Liesbeth Huybrechts
Het Brusselse kunstencollectief FoAM organiseerde in Singapore een twee dagen durende bijeenkomst 'Luminous Green'. De eerste editie vond in Brussel plaats en er zullen er nog een aantal volgen op verschillende plekken in de wereld. De thematiek geeft immers voor iedereen heel wat stof tot nadenken. Tijdens deze Luminous Green evenementen komen kunstenaars, onderzoekers en andere actoren samen die bekommerd zijn om een groenere omgeving. Ze stellen zich de vraag hoe mediakunsten kunnen interveniëren in onze ecologische omgeving. Hoe kunnen de kunsten mensen bewust maken van ecologische issues en ze stimuleren tot het actief meebouwen aan een meer groene omgeving? Luminous Green werd gezien als een open space waarbinnen mensen zelf kunst, media, technologie en ecologie konden samenbrengen. Dit artikel gaat in op de discussies binnen een werkgroep op de eerste dag. Luminous Green ging die dag een alliantie aan met het gelijkaardige Britse initiatief 'Urban Climate Camp'.
Ecologie is vandaag zeer aanwezig in het publieke debat. Ecologie is 'hip'. Biologisch voedsel, groene kledij, ecologische woningbouw zijn - zeker bij de rijkere bevolking – erg populair. Of deze toegenomen aandacht voor ecologische thema's ook werkelijk leidt tot gedragsveranderingen bij de burger, is nog de vraag. Ecologie is voor velen immers bijna een handelswaar. We kopen ecologisch verantwoorde meubels of voedsel en een groen huis is een mooi uithangbord. Leidt die benadering van ecologie als product werkelijk tot bewustmaking en gedragsverandering? Attitudes en gedragingen veranderen misschien eerder door de interactie van mensen met hun omgeving.
Deze interacties tussen mens en zijn omgeving zijn het werkveld van mediakunstenaars. Daarom kunnen ze waardevol bijdragen tot een groenere omgeving. Traditioneel oriënteerde het werk van mediakunstenaars zich vooral op het gebied van de mens-machine interactie, zowel online als in het werken met fysieke media-installaties. Sinds enkele jaren zijn media en technologie kleiner en mobieler geworden, waardoor ze zich erg zijn gaan verweven in onze dagelijkse ruimtes. De aandacht van deze kunstenaars is mede daardoor sterk verschoven naar de wisselwerking tussen de mens en de ruimere fysieke omgeving. Human-computer interaction als domein heeft misschien vandaag meer weg van human-space interaction. Die interacties worden door kunstenaars ook vaak opgevat als complexe ecologische wisselwerkingen tussen mensen, objecten en ruimtes.
Luminous Green neemt dus terecht als uitgangspunt dat de mediakunsten heel wat te bieden hebben aan een meer ecologische samenleving. Mediakunstenaars richten hun aandacht minder op het product en meer op de ecologische mens-wereld interacties. Zij beseffen dat een ecologische houding interactief is, emotioneel en niet enkel gaat over kopen, verkopen, bezitten en niet bezitten. Ze steken de grens over tussen mens en wereld en maken deze verhouding conversationeel. Deze kunstenaars willen met andere woorden via technologische of media-installaties de interactie, participatie met en conversaties rond – typische kwaliteiten die aan nieuwe media worden toegeschreven – ecologische thema's stimuleren. Dit aan de hand van bijvoorbeeld interactieve installaties, participatieve kaarten die een gezamenlijke mapping van onderwerpen mogelijk maken of online communities waar mensen actief kunnen reageren op inhoud of inhoud kunnen aanbrengen (zie ook bijvoorbeeld de Luminous Green wikipagina).
Veel mediakunstprojecten hebben echter moeite met het definiëren van hun rol in een groene omgeving. De projecten trappen al eens in de val van te utopische statements. Uiteraard zijn droombeelden de voedingsbodem van interessante projecten, maar ze mogen zich misschien op een iets kritischere wijze situeren in het domein van de ecologie. Zoals gezegd kunnen deze projecten zeker inspelen op de interactie mens-wereld. Ze kunnen die interactie een 'twist' geven, waardoor ze er een andere blik op bieden en op die manier de blik even vasthouden. Dat is een bescheiden bijdrage, maar in samenwerkingen met andere domeinen, kan de impact iets groter blijken.
Kunst kan stimulerend werken voor ecologische projecten door het spelen met interactie, met een andere blik en met de ervaring van hoe de mens in de wereld staat. Niet-kunsten-organisaties maken daar doorgaans nog te weinig gebruik van, ongetwijfeld omwille van het feit dat ze de rol van de kunsten in ecologische problematieken niet kennen of goed kunnen inschatten. Omgekeerd kunnen kunstenaars ook meer inspanning doen om andere maatschappelijke en economische actoren te betrekken in hun projecten. Alleen zo kunnen ze een meer duurzame impact hebben. Kunst kan misschien de wereld veranderen, maar alleen in ecologische wisselwerking met andere actoren.
Op Luminous Green in Singapore werden verschillende werkgroepen samengesteld, waarvan er één ging kijken naar welke elementen bijdragen tot meer duurzame mediakunstprojecten. Deze groep was er het al snel over eens dat kunstenaars vooral de ervaring van de mens moeten aanspreken. Dit standpunt ging uit van de ietwat pessimistische vaststelling dat mensen vooral zichzelf in stand willen houden. Een gezonde wereld rondom hen, zien ze vooral daarom als een belangrijke voorwaarde. Veel kunstprojecten schijnen echter de wereld in kaart te willen brengen en niet de ervaring ervan. Het aantal mappingprojecten dat zeer relevante documentatie biedt van ecologische problematieken en opportuniteiten is groot, maar de blik en de ervaring van de mens blijven vaak buiten beeld.
Kunstenaars die creatief met media en technologie aan de slag kunnen, hebben echter heel wat tools in handen om deze ervaring beter te aan te sturen. Technologie kan systemen in werking zetten die tussenkomen in de interactie tussen mens en zijn omgeving en die het 'zelf doen' bij de mensen stimuleren. Deze benadering wordt in het veld van de mediakunsten geregeld als 'Do It Yourself' omschreven. Denk maar aan het collectief Future Farmers die inspirerende modellen bouwen (DIY Algae/Hydrogen Bioreactor 2004) waarmee mensen hun eigen zuurstof kunnen produceren. Dit soort minder of meer complexe systemen onthullen vooral de mogelijkheid van de mens om zelf te handelen in de wereld, zelf veranderingen mogelijk te maken. Dat is een bescheiden, maar waardevolle ambitie.
Interessante projecten bedenken dus systemen die onze rol als mens in een veranderende samenleving onthullen. Naast de hierboven beschreven Do It Yourself filosofie binnen projecten, zag de werkgroep ook potentieel in werken die de nadruk leggen op mobiliteit. In geval van ecologische rampen, zoals de orkaan Katrina in New Orleans bieden, is het snel kunnen verplaatsen prioriteit. Do It Yourself en mobiliteit werden dus als twee interessante doelstellingen naar voor geschoven voor projecten die een meer duurzaam effect beogen. Een derde factor die belangrijk werd bevonden, was het stimuleren van intergenerationele conversaties. Bij jongeren schuilt nog veel potentieel tot verandering en ouderen bezitten de wijsheid van jaren leven in een veranderende omgeving. Projecten die generaties samenbrengen en hun conversaties en samenwerkingen triggeren, bezitten volgens de werkgroep erg veel mogelijkheden.
Do It Yourself, mobiliteit en intergenerationele interactie zijn alle drie actieve begrippen. Kunstprojecten met ecologische doelen, zouden opgevat kunnen worden als het vormgeven van een actieve ervaring. De projecten doen best eerst een beroep op de ervaring van het individu, om vervolgens een effect op lokaal of zelfs globaal niveau te kunnen verkrijgen. Mediakunstprojecten geven ervaringen en processen vorm, die de mens bewust maken van hun mogelijkheid tot handelen in een veranderende wereld. Op die manier ontwerpen kunstenaars alternatieve ecologieën met behulp van technologie die op een niet utopische, maar ecologische, conversationele en grensdoorbrekende wijze wordt ingezet.